Update projecten SOC najaar 2021

Hugonieuws

In de afgelopen maanden hebben de medewerkers van het Sintang Orangutan Center (SOC) weer veel werk verzet. We geven je er weer graag een update van.

Vrijlating Selly, Nicky en Maya in Betung Kerihun

Medio 2021 zijn Selly, Maya en Nicky vrijgelaten. De drie vrouwtjes hebben de afgelopen drie jaar in het oefenbos in Tembak laten zien dat ze zelfstandig in het wild kunnen overleven. Het SOC baseert zich daarbij o.a. op deze drie criteria:

  1. De orang-oetan moet minstens 25 verschillende soorten voedsel kunnen vinden
  2. De orang-oetan moet de meeste tijd doorbrengen in kroonlaag van het bos
  3. De orang-oetan moet een nest kunnen maken

Selly (7) werd op 16 januari 2015 door het SOC opgevangen. Ze was toen pas anderhalf jaar oud. Ze werd gevonden bij een winkel waar ze met een touw om haar nek klanten moest trekken. Hoewel ze voornamelijk rijst, cake en melk te eten had gekregen, was ze verder gezond.

Maya (7) werd eind februari 2015 door het SOC opgevangen. Zij was er een stuk slechter aan toe. Net als Sellly was ze pas anderhalf jaar toen ze werd gevonden. Ze werd in een klein houten hokje gehouden en een van haar vingers was gebroken en hevig ontstoken. Ze is daar gelukkig snel van hersteld.

Nicky (9) werd opgevangen in april 2016. Ze is als baby van nog geen jaar oud bij haar moeder weggehaald en met een ketting om haar nek bijna vijf jaar in een kleine metalen kooi doorgebracht.

Voordat de drie meiden werden vrijgelaten, zijn ze eerst medisch onderzocht om er zeker van te zijn dat ze geen besmettelijke ziekten onder de leden hebben die ze kunnen overbrengen op de orang-oetans die al in het vrijlatingsgebied zitten.

Selly, Nicky en Maya onderweg naar het vrijlatingsgebied | © SOC

Selly, Nicky en Maya onderweg naar het vrijlatingsgebied | © SOC

KingKong en Oli naar het oefenbos

Afgelopen juni zijn KingKong en Oli overgeplaatst naar het oefenbos.

Oli (14) werd in 2014 opgevangen door het Sintang Orangutan Center.  Bij zijn aankomst bleek al snel dat er iets mis wat met zijn linkerbeen. Het was kleiner dan zijn rechterbeen en vergroeid, en Oli gebruikte het ook niet. Het bleek dat hij een groeistoornis in zijn been heeft.

Oli bleef een beetje een zorgenkindje, maar afgelopen zomer heeft het SOC besloten om hem over te brengen naar het oefenbos, waar hij meer vrijheid heeft dan in het opvangcentrum.

Tot grote verrassing van het SOC, bleek Oli in de praktijk weinig last te hebben van zijn been. Hoewel hij wat langzamer is dan de anderen is hij prima in staat om te klimmen. Na een paar dagen lukte het hem ook om van boom naar boom te klimmen, zonder eerst naar beneden te komen. Oli slaagt er inmiddels ook in om zelf voedsel te vinden. Het is een vaardigheid die hij nog verder moet ontwikkelen, maar hij zoekt al actief naar bladeren die hij kan eten.

Het is erg fijn om te zien dat Oli het grootste deel van de tijd doorbrengt in het bladerdak en weinig naar de grond komt. Dat is niet vanzelfsprekend voor orang-oetans die al jong uit het wild zijn weggehaald. Na hun introductie in het oefenbos, brengen ze vaak nog veel tijd door op de bosbodem. Ondanks zijn fysieke handicap heeft Oli in dit opzicht een voorsprong.

KinkKong is een meisje van een jaar of 6. Het SOC heeft haar vorig jaar augustus opgevangen. Sinds die tijd verbleef ze al wel in Jerora, maar ze nam nog niet deel aan het oefenbosprogramma.

KingKong vond het eerst niet zo fijn in het oefenbos. Ze was namelijk in contact gekomen met het schrikdraad bij de tunnel tussen de nachtverblijven en het oefenbos. De verzorgers hebben haar toen zelf een paar keer op hun rug meegenomen het oefenbos in om haar te laten wennen. Ze vindt het nu geweldig in het oefenbos en wil eigenlijk niet meer terug naar de nachtverblijven.

Het blijkt dat KingKong prima kan klimmen. Ze beweegt zich ook gemakkelijk van de ene naar de andere boom. Verzorgers hebben haar ook al een keer in een nest zien slapen. Het is niet duidelijk of ze die zelf heeft gebouwd of dat ze een oud nest heeft gerepareerd.

KingKong is nu nog erg op zichzelf en bemoeit zich niet veel met de andere orang-oetans. Omdat zij vanaf heel jonge leeftijd als huisdier is gehouden en erg aan mensen gewend is geraakt, kan het lastig zijn om te wennen aan andere orang-oetans. Uit ervaring weten we dat dit wel goed komt.

KingKong in het oefenbos in Jerora | © SOC

KingKong in het oefenbos in Jerora | © SOC

Doerianfeest

Borneo kent niet de uitgesproken seizoenswisselingen die we in Nederland hebben, waardoor veel soorten fruit het hele jaar door voorkomen. In juli breekt vaak echter een drogere tijd aan en verschillende soorten vruchten worden dan pas rijp. De afgelopen jaren is het weer op Borneo echter erg veranderlijk, waardoor er minder vruchten rijp worden. Voor de orang-oetans in het opvangcentrum is dit niet zo erg, omdat zij hoe dan ook voldoende voedsel krijgen. Voor orang-oetans in het wild is dat wel een probleem, omdat er dan minder voedsel beschikbaar is.

Gelukkig voor de orang-oetans dragen dit seizoen de jaarlijks bloeiende bomen gelukkig wel veel vruchten. De doerian is bij orang-oetans – in het wild en in rehabilitatiecentra – verreweg het meest in trek. Het SOC slaat voor elke orang-oetan altijd voldoende doerians in. Doerians zijn niet alleen erg lekker, maar ook bijzonder voedzaam, dus het is een waardevolle aanvulling op hun dieet. Bovendien kunnen ze in het rehabilitatiecentrum ervaring opdoen met het pellen van de stekelige vrucht: een handigheid die ze na hun vrijlating goed kunnen gebruiken.

In het vrijlatingsgebied in nationaal park Betung Kerihun groeien van nature vrij veel doerianbomen. Tijdens het vruchtseizoen kunnen orang-oetans soms een week lang in dezelfde boom blijven zitten om zich aan de doerians te goed te doen.

Mona (voor) en Aming genieten van doerians | © SOC

Mona (voor) en Aming genieten van doerians | © SOC

Biologische tuin Jerora

In de biologische tuin bij het oefenbos in Jerora wordt voedsel gekweekt voor de orang-oetans en de medewerkers van het SOC. De groenten en het fruit uit deze tuin zijn niet alleen gezond, de eigen kweek drukt ook de kosten voor de inkoop van voedsel.

Op dit moment beslaat de tuin zo’n 2500 vierkante meter. Naast traditionele teelttechnieken, wordt er ook gebruikt gemaakt van hydrocultuur voor gewassen die het minder goed doen op de bodem in Jerora.

De tuin in Jerora heeft naast een eigen composteersysteem ook een houtskoolretort waarin biochar wordt gemaakt: een vorm van houtskool die de voedingsstoffen in de bodem bindt, en daarmee de vruchtbaarheid van de bodem en het effect van de compost verbetert.

In 2020 kon het SOC zo’n anderhalve ton groente en fruit oogsten. Dat is nog lang niet genoeg om alle orang-oetans in Jerora te voeden want daar is nu ca. 11 ton per jaar voor nodig. De productie van de tuin moet dus nog flink omhoog als Jerora in haar eigen voedsel wil voorzien. Een van de beperkende factoren is vraat door vogels en insecten. Het SOC probeert daar ecologisch verantwoorde oplossingen voor te vinden.

Operatie Penai

Toen Penai in 2014 door het SOC werd opgevangen, werd al een verzakking van de baarmoeder geconstateerd. De verzakking werd steeds erger maar Penai had daar aanvankelijk weinig last van. In 2019, een maand na de geboorte van haar zoon Jack, zagen de verzorgers echter dat de wand van haar vagina soms deels naar buiten kwam en ook vaak geïrriteerd en gewond raakte.

In 2019 en 2020 is Penai twee keer geopereerd om de verzakking op te heffen, maar die hadden maar deels resultaat. Nieuws onderzoek naar de oorzaken van de verzakking wees uit dat de ligamenten die de baarmoeder op haar plaats houden niet meer functioneerden. Daarom is op 8 september bij Penai de baarmoeder verwijderd.

Penai lijkt zich inmiddels goed te voelen. Om het genezingsproces te bevorderen mag ze echter nog niet te veel spanning uitoefenen op haar buik. Daarom zit ze nu in een aangepaste kooi waarin ze niet kan klimmen. Deze kooi maakt het het medisch team bovendien makkelijker om de wond schoon te houden en Penai haar medicatie te geven.


Coverfoto: Hope geniet van een doerian | © SOC