Het SOC en het coronavirus

Hugonieuws

Een orang-oetan in het oefenbos | Foto: SOC

Ook Indonesië heeft te maken met het coronavirus. Er zijn momenteel bijna 400 besmettingen geteld, verspreid over 17 provincies. De president riep vorige week iedereen op om thuis te blijven en zo verdere verspreiding te voorkomen. Inmiddels is er in Sintang een groot gebrek aan mondkapjes en zijn de kosten voor voedsel en voedingssupplementen sterk gestegen. Hoe gaat het Sintang Orangutan Center om met Covid-19?

Op dit moment zijn er nog geen besmettingen in het SOC maar thuisblijven is voor de meeste werknemers van het SOC geen optie. De orang-oetans hebben de hele dag door zorg en voedsel nodig. Maar er worden wel degelijk maatregelen getroffen om zowel de mensen als de orang-oetans te beschermen.

Orang-oetans mogelijk vatbaar voor virus

Omdat orang-oetans genetisch nauw zijn verwant aan de mens, wordt aangenomen dat ook zij de griep kunnen oplopen. Als dat gebeurt zou dat mogelijk een ramp zijn. Het is namelijk moeilijk om de symptomen te herkennen en daarnaast leven de orang-oetans zowel in het opvangcentrum als het oefenbos dicht bij elkaar. Mochten de orang-oetans inderdaad vatbaar zijn voor het virus, dan is het besmettingsgevaar heel hoog.

Het SOC neemt verschillende maatregelen om besmetting met het virus onder orang-oetans en verzorgers te voorkomen. Om te beginnen zijn het opvangcentrum en de oefenbossen voor iedereen gesloten, behalve voor verzorgers en artsen. Om het lichamelijk contact tussen de orang-oetans en de mensen te vermijden, worden de baby’s tijdelijk niet meer meegenomen naar het oefenbos. Zij mogen voorlopig hun verblijf niet meer uit. Verder zijn de regels voor persoonlijke hygiëne aangescherpt: verzorgers moeten consequent voor en na hun werk in de orang-oetanverblijven hun handen wassen.

Om de overdracht van ziektes te voorkomen, gelden er in het opvangcentrum altijd al strikte procedures. Sinds de uitbraak van Covid-19 zijn de maatregelen uitgebreid en het toezicht op de naleving verscherpt. Iedereen is verplicht om een uniform, een mondkapje, laarzen en rubberen handschoenen te dragen als zij in de orang-oetanverblijven aan het werk zijn. Daarnaast moet iedereen zijn of haar eigen gezondheid goed in de gaten houden. Wie zich niet fit voelt, verkouden is of koorts heeft, moet dat melden aan zijn leidinggevende en vervolgens een arts raadplegen.

Een laatste belangrijke maatregel om de gezondheidsrisico’s te beperken, is het verhogen van de weerstand van mens en dier, zodat zij een eventuele besmetting goed doorstaan. Drie keer per week krijgen zowel het personeel als de orang-oetans extra vitaminen. Het personeel krijgt daarnaast extra vitamine C en melk en ontbijtgranen om energieniveau op peil te houden.

Gebrek aan mondkapjes, sterke prijsstijging

Een groot probleem is het gebrek aan mondkapjes, die massaal door mensen worden ingekocht. Deze zijn cruciaal om het personeel en de orang-oetans te beschermen tegen infectieziekten die via de lucht worden overgedragen. In Sintang worden inmiddels ook vitamines, melk, medicijnen en voedsel gehamsterd. Door de schaarste zijn de prijzen van deze producten sterk gestegen en de kosten drukken zwaar op het budget van het SOC.

Door het streng handhaven van de procedures en het nemen van preventieve maatregelen heeft het SOC het virus tot nu toe buiten de deur kunnen houden. Het SOC en andere opvangcentra worden niet door de overheid gesteund. Zij zijn volledig afhankelijk van particuliere giften. In deze uitzonderlijke periode hebben zij die steun keihard nodig.


Coverfoto: orang-oetan in het oefenbos in Jerora | © SOC