Ontmoetingen met andere bosbewoners kunnen heel waardevol zijn voor rehabiliterende orang-oetans. Ze leren bijvoorbeeld hoe ze met deze dieren moeten omgaan.

Op een dag, toen Terra in het oefenbos was, zag ze hoog in een dode boom een hagedis zitten. Ze klom heel langzaam van de boom waar zij in zat naar de takken van de dode boom, zonder de hagedis te laten schrikken. Maar op een gegeven ogenblik, begon de tak waar zij aan hing hevig te kraken. Ze stopte even, klom toen razendsnel weer naar beneden en liet de hagedis verder met rust.

De orang-oetans moeten in het oefenbos niet alleen leren hoe zij van boom naar boom moeten bewegen, maar ook van tevoren kunnen inschatten of de takken hun gewicht wel kunnen dragen. Volwassen dieren kunnen wel 80 kg worden.

Coverfoto: Terra in het oefenbos in Tembak | © SOC